Heel vertrouwd
Uit Tips en Weetjes over Trainingsacteren 11
Vertrouwen is een woord dat me vandaag bezig houdt. Het woord zelf is al heel vertrouwd. Vertrouwen is…. hmm… hoe zeg ik dat?
Ik zocht in de Van Dale op hoe je vertrouwen in taal kunt uitleggen. Van Dale geeft zowel aan het werkwoord als aan het zelfstandig naamwoord een betekenis. Het werkwoord gaat over wat we doen als we vertrouwen: ‘met zekerheid hopen.’
Ik vond het wel een verrassende omschrijving door het woord ‘hopen’ in combinatie met het woord ‘zekerheid’. Het lijkt een contradictie. Hoop zegt namelijk volgens mij ook dat je het niet zeker weet. Zekerheid gaat voor mij over iets weten. Je hoopt dat het gebeurt of je weet dat het gebeurt zijn voor mij twee verschillende dingen. Toch heeft volgens Van Dale het woord vertrouwen beide in zich.
En “het vertrouwen” omschrijft Van Dale als: ‘geloof in iemands goede trouw en eerlijkheid.’
Zoals ik het lees gaat vertrouwen dan over met zekerheid hopen op iemands goede trouw en eerlijkheid. Mooi. En een schril contrast met wat ik soms in trainingen meemaak.
Heel vaak denken we al veel te weten over een ander, en het gebeurt niet heel vaak dat we checken of wat we denken ook werkelijk klopt. Het is deels waar dat we al veel te weten komen. Zonder dat we er direct mee bezig zijn, zenden of stralen we namelijk al veel uit.
Ik heb naar dat laatste gezocht op internet maar een eenduidig antwoord vind ik niet. Wel dat het gaat over dat we gewoontes ontwikkelen en daar vertrouwd meer raken. Als dat dan verandert, moet het vertrouwen ‘herschikken’.
Wat is goed en wat is gevaarlijk
Over het algemeen denk ik dat we vertrouwen op dat wat we in het leven ontdekt hebben en wat ons goed heeft gedaan. Bovendien denk ik dat onze oerdriften nog altijd helpen om onbewust onderscheid te maken tussen wat goed is en wat gevaarlijk. Het systeem mens is, denk ik, heel goed ingericht op allerlei manieren veilig en gevaar waar te nemen en daarop adequaat te reageren. Het probleem is echter, denk ik, dat we ons systeem niet meer kennen. We leren op school om ons hoofd te gebruiken, na te denken, te analyseren en daarop te acteren (in de zin van actief reageren).
Onze waarneming is veel grootser dan dat. We ruiken, proeven, horen en voelen veel meer dan we ons realiseren. Maar die waarnemingen negeren we vaak. We vertrouwen op ons verstand, op wat we al denken te weten. We checken niet of wat we aannemen klopt, we nemen aan dat het zo is.
We nemen aan dat we wel weten hoe de dingen zitten, waarom de ander doet wat hij doet, en misschien hebben we zelfs wel vertrouwen in ons oordeel. Maar we checken het niet.
Misschien hopen we wel met zekerheid dat het zo is. Want dan hebben we gelijk.
Vertrouwen
Maar heel vaak komen we er achter dat dingen anders waren dan we dachten. Dat we blijkbaar toch niet volledig op onze aannames konden vertrouwen. En dat dus het woord vertrouwen misschien niet altijd goed gebruikt wordt. Ergens van uit gaan is niet gelijk aan vertrouwen. De contradictie is m.i. dat je wel wilt kunnen vertrouwen. Je wilt, in het vertrouwen dat andere mensen het goede willen, over een kerstmarkt kunnen lopen. Je wilt er op vertrouwen dat je daarna weer veilig thuis komt. Je wilt geloven in iemands goede trouw en eerlijkheid. Helaas is dat nooit zeker. Maar je hoopt er wel op. Je hoopt dat je er wel zeker van kunt zijn. En dat is uiteindelijk toch vertrouwen, volgens van Dale.
Ik hoop, dat het vertrouwen blijft. Dat de we moedig genoeg zijn om hoop te blijven houden, want zoals de quote die ik gevonden had: dat is nodig om over de angst dat iets mis gaat heen te kunnen stappen. En angst, ik zei het al eerder, is een slechte raadgever.