Hoe kan je dat?
Uit Tips en Weetjes over Trainingsacteren 61
Als je iets nieuws leert is het fijn om te kunnen oefenen voor je er de praktijk mee instapt. Een training waarbij je een gesprekstechniek leert die heel helpend kan zijn in jouw werk wordt waardevoller als je zo'n gesprek mag voeren, voor dat je m voor t 'echie' gaat doen. In dat soort trainingen kom ik, evenals veel van mijn collega's langs.
Wat we dan doen is zoveel mogelijk deelnemers de kans geven zo'n gesprek, of een deel van zo'n gesprek te oefenen. Zo'n eerste keer kan de vertaalslag van de theorie naar de praktijk nog best een lastige zijn. Hoe zorg je dat je nu een gesprek echt anders dan anders begint? Hoe hou je je automatische piloot rustig, zodat niet dat oude gedrag er tussendoor sijpelt? Hoe hou je dat hoofd dat net volgestopt is met al die theorie rustig en kalm genoeg om dit gesprek te voeren volgens die nieuwe methode?
Als je iets net ontdekt, ontdek je meestal ook dat je daarvoor niet wist dat het ook zo kon. Onbewust onbekwaam. Eigenlijk wel prettig. Wat je niet weet daar kan je geen last van hebben. Maar ook kan je er geen gebruik van maken terwijl er wellicht iets heel belangrijks niet zichtbaar voor je is.
Als een kind leert dat die benen dienen om er op te staan, heeft hij iets ontdekt wat hij nog niet wist. Als hij weet dat het kan begint het proberen, letterlijk met vallen en opstaan, net zo lang tot hij niet meer hoeft na te denken bij elke stap die hij zet.
In een training doe je dan ook vaak iets voor de eerste keer. En ontdek je dat je nu wel bewust bent, maar dat bekwaam zijn nog niet altijd aan de orde is. Dat maakt oefenen met een trainingsacteur zo fijn. Je mag nog 'fout' gaan want je bent aan het leren. Liever bij mij ontdekken dan bij je klant, patiënt of cliënt.
Voor jou het eerste gesprek, maar die acteur doet er 2, 4 en soms wel 8 achter elkaar. "Hoe kan je dat!?" verzuchtte een deelneemster aan het eind van de training vol bewondering.
Tsja, hoe kan ik dat. Het is geen truc. Voor mij is het dat ik optimaal in het moment probeer te zijn. Alles wat daarvoor is gebeurd of nog moet komen zet ik aan de kant, dat is niet van belang op dat moment. Elke deelnemer is dus voor mij ook weer nieuw, de eerste keer. Uiteindelijk gaat het namelijk niet om de inhoud van het gesprek maar op dat wat er tussen ons speelt in het contact. Ik reageer op wat ik krijg. Ik heb geen vooringenomen standpunt. Mijn kennis van de casus of de theorie zet ik even naast me neer en ik focus me op de deelnemer.
Zo voer ik steeds weer voor de eerste keer dat gesprek, want ook al is me de inhoud in vorige gesprekken al ter ore gekomen, ik weet nog niet wat deze deelnemer gaat zeggen, en ook niet hoe. Ik probeer daar nieuwsgierig naar te zijn, en dan daar oprecht op te reageren. En dat maakt dat elk gesprek weer als nieuw is, en dat het nooit verveelt.
Zo kan ik dat. Al gebiedt de eerlijkheid me te zeggen dat soms bij gesprek 8 ik echt wel moet na blijven denken, meer alert zijn. Zeker als het aankomt op de feedback. Heeft hij dit nou gezegd of was het de vorige? Het blijft belangrijk om ook dan in het moment te zijn. Weet ik het niet zeker? Dan noem ik het niet.
Mooi vak, toch?