Hou het (k)luchtig
Uit Acteren is een Vak 20-35
Een belangrijk onderdeel van mijn regie-opleiding was kennismaken met de "Klucht". De grote bekende daarin was John, Lanting die met zijn Theater van de Lach in het land en op televisie heel populair was geworden. Ik weet dat mijn moeder er altijd met plezier naar keek. Op televisie dan, want ze was niet iemand om in het theater te gaan zitten. Althans, dat deden we destijds niet. Inmiddels werk ik als regisseur en actrice, maar in een klucht stond ik nooit, noch heb ik die gemaakt. Waarom niet? Omdat het een ontzettend moeilijk genre is! Wat een makkelijke lach lijkt op te leveren is niet zomaar gemaakt!
Wat is precies een klucht? Tijd voor het raadplegen van internet voor verder onderzoek. De klucht is een van de oudste vermaakvormen die we kennen. Al in de 14-17e eeuw werd dit volkse vermaak op de planken gebracht. Thema's die vaak centraal stonden waren o.a. overspel, goedgelovigheid en dronkenschap. De functie was in de 14e eeuw niet zozeer gericht op de verpakking van een wijze les als wel op de verdrijving van de verveling (acedia); in de 17e eeuw beschouwde men de klucht als een remedie tegen melancholie. Bovendien kreeg de klucht dan een didactisch doel: het Amsterdamse theaterpubliek wilde na een treur- of blijspel een klucht zien, waarin getoond wordt hoe men door slecht of naïef gedrag in moeilijkheden raakt, en wat men moet doen om hier weer uit te komen.
Een klucht is geen blijspel, al hebben ze veel gelijke kenmerken. De grens ertussen is niet gemakkelijk te trekken, maar een blijspel heeft minder platte taal en minder volkse personages. De situaties en verwikkelingen in de Nederlandse klucht van de 17e eeuw zijn ook aan te wijzen in het werk van de klassieke blijspeldichters, Plautus enTerentius.
Na de 17e eeuw kreeg de klucht meer het karakter gericht op het vermaken van het publiek met onwaarschijnlijke situaties die toch vaak binnen de grenzen van het mogelijke blijven.Vermomming, of persoonsverwisseling speelt vaak een grote rol. De klucht heeft een snelle verhaallijn, die verder versnelt naarmate het hoogtepunt nadert, vaak met een uitgebreide achtervolgingsscène. In de klucht zit vaak opzettelijke onzin of absurditeit. Er is veel verbale humor, op de grens van het beschavingspeil, zoals woordspelingen en insinuaties.
Er is zelden een traditionele verhaallijn in een klucht. Deze spitst zich meestal toe op een handeling die eigenlijk niet door de beugel kan, of geheimen die niet uit mogen komen, met meestal daarop een onvoorziene kettingreactie.
Op Wikipedia las ik: "In de 17e en de 18e eeuw verschenen in de Nederlanden 580 verschillende kluchten, waarvan er 110 anoniem zijn. Productieve kluchtschrijvers waren Gerrit Hendricxsz van Breughel, Bredero Jan Jansz. Starter, W.D. Hooft, Abraham Bormeester, Pieter Bernagie,Jillis Noozeman, Willem Godschalck van Focquenbroch, Thomas Asselijn, Ysbrand Vincent, Pieter de la Croix, Willem Ogier en Joan de Grieck. Een bijzondere klucht is Tryntje Cornelis (1653) door Constantijn Huijgens een spel met een uitgewerkte intrige en een hechte structuur (verdeeld in vijf bedrijven), maar spelend onder volkse personages die er deels een bedenkelijke moraal op nahouden. Met name de kluchten van Bredero, zoals de klucht van de koe (1612) en de klucht van de molenaar (1618), genieten nog bekendheid. De toentertijd populaire kluchten van Noozeman en Focquenbroch zijn nog nauwelijks bij het grote publiek bekend. In Frankrijk ontwikkelde de klucht zich tot een volwassen genre, vooral door het werk van Molière wiens werk in Nederland vanaf de jaren zestig van de 17e eeuw op grote schaal werd nagevolgd, voornamelijk door de aanhangers van het Frans-classicisme. Sinds 2004 worden de oude kluchten in Nederland onder de aandacht gebracht door de Leydse Kluchten Compagnie, die kluchten tussen 1400 en 1700 hertaald en bewerkt heeft voor opvoering."
Toevallig heb ik een jaar geleden de door Bredero geschreven "Klucht van de koe (1612) mogen zien in het Zaans Theater.
Bekende Nederlandse kluchtspelers waren John Lanting, Joop Doderer en Piet Bambergen. John Lanting wordt algemeen beschouwd als de koning van de Nederlandse klucht. In de meer moderne vorm is Jon van Eerd een grote naam in dit genre. Zo herschreef hij de klassiekerDe Tante van Charlie, bewerkte hij Boeing, Boeing en schreef hij de stukken De Vlooienmars, Een rits te ver, Dubbel Open en Oranje Boven.
Bij de klucht gaat alles over timing. Als de timing klopt is het fantastisch, maar een fractie te snel of te traag kan alles teniet doen. En dat kan ik dan weer vertalen naar Stanislavski: Er is alleen maar "nu".
Voorlopig is voor mij de ras-klucht nog iets te hoog gegrepen, maar wie weet in de toekomst?
Mooi toch?
Dingen die ik leer probeer ik ook in mijn lessen in te zetten. Meer weten over mijn lessen? Ga naar workshops en trainingen op mijn website voor een overzicht van het hele aanbod