Taal is niet belangrijk.

Uit Acteren is een Vak 26

Taal is in algemene zin natuurlijk wel belangrijk, maar taal is als gegeven niet het belangrijkst, vind ik. Veel wezenlijker is wat je met taal wilt zeggen. En hoe je het zegt.

Onze taal is maar in een klein deel van de wereld een bekende taal. Je zou dat als heel beperkend kunnen ervaren. Maar is dat ook zo? Als het gaat om de woorden verstaan en kunnen spreken misschien wel. Daarvoor moet je les nemen. Maar wat ik veel interessanter vind is dat datgene wat je overbrengt in zijn geheel klopt bij de taal. 
Een paar jaar geleden had ik met BenNieuwd, we waren een paar vrienden die wel wilden maken, een stuk geregisseerd over vriendschap. "Vanwege Willem" heet het stuk. Het is een korte voorstelling waarin een echtpaar er alles aan doet om te voldoen aan de verwachtingen die zij denken dat hun vrienden hebben over hen. Een lekker gekke voorstelling waarin niets loopt zoals je verwacht.

We speelden een keer in Amersfoort en daar bleek een Engelsman in de zaal te zitten. Hij kwam naar me toe om me met de voorstelling te feliciteren. Hij had de voorstelling kunnen "verstaan" zonder de Nederlandse taal te kennen. In Amerika heeft Toneelgroep Amsterdam grote successen behaald met hun in het Nederlands gespeelde voorstellingen, en het Mime-gezelschap Barbie wordt gevraagd om in China te spelen. Omdat wat ze doen zo helder overkomt.

Taal is niet belangrijk, wat je wilt zeggen wel. En dat kan op veel manieren. 

In mijn lessen werk ik met spelen op actie. Dat zijn geen 'actiescenes' zoals in films, maar gaat over de redenen waarom je iets uitspreekt. Wat wil je dat de ander begrijpt als je deze tekst zegt? Waarom is dat voor jou zo belangrijk? Als je "ik hou van je" moet zeggen omdat dat in het script staat, hoe zeg je dat dan? En waarom? Wat gebeurt er als je dit uitspreekt? Wat wil je er mee duidelijk maken? 
Een voorbeeld: Je actie is: " Ik wil dat je me gelooft". Waarom is dat zo belangrijk dat je dan geloofd wordt? Wat zijn de omstandigheden? Stel je bent een gegijzelde en je zegt dit tegen je gijzelnemer. Dat kan een typisch voorbeeld van het Stockholmsyndroom zijn: het slachtoffer wordt verliefd uit een soort onbewuste zelfbescherming. Wat je dan wilt is bijvoorbeeld: dit onbeschadigd overleven. 
Een ander voorbeeld: "Ik wil dat je me gelooft" blijft hetzelfde , maar de omstandigheden zijn dat je net bent vreemd gegaan en daar heb je spijt van. Dan wil je: dat je samen blijft. 

Zo kunnen die 4 woorden al heel anders gebracht en geinterpreteerd worden. Hoe helderder je maakt wat de reden is waarom je je tekst zegt, hoe onbelangrijker de taal op zich, maar de boodschap gaat voor 10 tellen. Soms hoef je daarvoor de woorden niet eens uit te spreken, dan zegt het spel al genoeg. 

Mooi toch?

handtekening-ida

Dingen die ik leer probeer ik ook in mijn lessen in te zetten. Meer weten over mijn lessen? Ga naar workshops en trainingen op mijn website voor een overzicht van het hele aanbod


linkedin facebook twitter