Waarom zeg ik dit?

Uit Acteren is een Vak 5-27-60

Ik gebruik soms teksten in lessen die niet makkelijk 'bekken'. Dat doe ik expres, omdat het je dwingt om na te denken over wat je zegt en waarom. Bij een goed geschreven tekst heeft elk woord zin, vind ik namelijk. Soms vragen leerlingen me of ze iets net even anders, net even meer in hun eigen taal mogen zeggen. "Zo praat ik nooit".  Dat zal ook wel kloppen maar interessanter is de vraag waarom je personage WEL zo praat. Wie is hij of zij dat het juist wel met deze woorden gezegd moet worden. Om daar achter te komen moet je meer weten dan alleen de woorden van de tekst:

*  Wat is de tijd waarin het stuk zich afspeelt en wat betekent dat voor de taal. In de jaren '50 van de vorige eeuw sprak men echt anders dan nu, woorden die voor ons nu normaal zijn kenden ze nog niet. Taal ontwikkelt zich en als je in de geest van het stuk de taal wilt gebruiken, dan is analyse over taal uit die periode belangrijk. Tijd zegt ook iets over hoe de verhoudingen tussen de mensen liggen. Een stuk van bijvoorbeeld Ibsen gaat uit van andere  man/vrouw verhoudingen dan een stuk uit de 21ste eeuw. Dat beinvloed de manier waarop dingen gezegd worden. 

*  Wat is de plaats waar het zich afspeelt. Over mensen uit het westen van ons land wordt gezegd dat ze sneller, harder praten, in het zuiden zangerig, in het noorden kort, en of het precies waar is daar kan je best nog veel over zeggen, maar de manier van praten verschilt. Ook bij vertaalde stukken is het goed om te kijken naar wat voor omgeving van invloed is op de manier waarop je praat. 

*  De leeftijd van je personage, de levensfase waarin hij zich bevindt, maar ook de ervaringen die hij in het leven heeft opgedaan bepalen mede hoe de teksten gezegd worden. 

De analyse van alle aspecten van je personage in de context van het stuk is belangrijk om te weten hoe de dingen gezegd moeten worden. Als je zelf de toon of de woorden aanpast kan dat gevolg hebben voor de reactie van je tegenspeler.

Tekst kan op veel manieren gezegd worden, waarbij er telkens een andere betekenis aan wordt gegeven. Tijdens mijn opleiding zaten we met de klas bij elkaar en iemand zei "hallo". De toon waarop dit gezegd werd riep bij een ander een nieuw "hallo" op. Als aankomend acteurs bij elkaar improviseerden we er allemaal op door: ieder had zijn eigen "hallo". We liepen, zaten, renden, stonden met telkens een ander "hallo". Een waardevol moment, zoveel "hallo", geen dezelfde, telkens een nieuw geluid.

Nog altijd geef ik in workshops een kort tekstje. Ik vraag deelnemers daar zo gedetailleerd mogelijk een verhaal om heen te maken en dan met hun eigen verhaal de tekst te spelen. Het is verrassend wat een oneindige variatie aan interpretaties ik al langs heb zien komen.

Door te analyseren ga je begrijpen, door begrijpen ga je het logisch maken, als het logisch klopt het bij je personage. Als het logisch is, komt het bij de kijker over, want die ziet dat je weet waarom je iets zegt.

Ook in "brabbeltaal" kan je overtuigen. Ik schreef een tekst vol taal fouten en verhaspelingen (Halfvol heet het stuk) waar fout op fout wordt gemaakt. Door met de acteurs te werken aan de onderliggende betekenis werd het wel een te begrijpen stuk voor publiek.

Daarom dus. 

Meer weten over mijn lessen? Ga naar workshops en trainingen op mijn website voor een overzicht van het hele aanbod.


linkedin facebook twitter