Veerkracht-2
Uit Tips en Weetjes over Trainingsacteren 77
Ik schreef al eerder over de veerkracht van de mens. Toen relateerde ik dat vooral aan alles wat we meemaakten in de corona-tijd toen nog heel veel onzeker was. Dit keer is de natuur is misschien wel mijn belangrijkste spiegel als het gaat om veerkracht. Stormen, droogtes, kou en hitte, alles overkomt de natuur en toch weet ze telkens weer een nieuw begin te vinden. Dikke lagen asfalt weerhouden een kleine kiem er niet van om toch het licht en de lucht op te zoeken. Wat een power.
In mijn werk als gedragsleverancier heb ik soms te maken met mensen die zware tijden doormaken of hebben doorgemaakt. Veel vaker werk ik met mensen die hen hulp moeten bieden. Hoe krijg je iemand weer in een 'actie'-stand als diegene amper nog licht in de tunnel ziet?
Ik laat gedrag zien van iemand die vastgelopen is (ondergesneeuwd, uitgedroogd, of midden in een storm niet ziet hoe het ooit nog goed moet komen). De moedeloosheid die daar van uit kan gaan kan verschillend worden ervaren. Voor de een is het 'kom op, zeg, schouders eronder', terwijl de ander het liefst de beschermende arm aanbiedt en zaken overneemt. Beide zijn enorm goed bedoeld, maar of ze altijd effectief zijn is maar de vraag.
Wat maakt dat iemand terug kan komen en weer moed vindt uit zo'n zware periode? Veelal is dat niet doordat de ander overneemt, of de spreekwoordelijke schop onder de kont geeft. Het begint met oprecht aandacht hebben. Met die aandacht kan je erkenning geven aan de lastige situatie waarin iemand zich bevindt. De kunst is om daar je eigen oordeel uit te laten. Zowel de schouder als de schop gaan veelal over jouw oordeel, ondanks die goede bedoelingen.
Als ik mij verplaats in de moedeloosheid helpen mij die oplossingen van buitenaf niet. Het bijt, gaat tegen mijn gevoel van autonomie in en roept eerder weerstand op dan dat ik er van in de actie-stand ga. Toch voel ik dan ook dat er wel degelijk ook in mij veerkracht aanwezig is. Ik wil wel maar weet niet (meer) hoe. Als een deelnemer vanuit die gedachte met mij op zoek naar hoe ik er zelf tegen aankijk, dan ga ik aan het werk. Dan wordt het nodig dat ik mijn gedachtes helder formeer, dat ik op zoek ga naar mijn moed.
Als deelnemers mij vragenderwijs en al spiegelend laten nadenken over mijn situatie komt er bijna vanzelf relatievering. Stap voor stap durf ik na te gaan denken over hoe dingen misschien toch anders kunnen. De eerste flinters van hoop en geloof prikken gaatjes in de duisternis.
De juiste vragen, oordeelloos en dicht bij mij blijven aansluiten, dat werkt. Zodra iemand iets van zichzelf toevoegt, of te vroeg voorstellen doet 'omdat die bewezen goed werken' haak ik weer af en zak terug in het moeras. Zo voelt het dan. Als een zompig moeras waar ik niet uit durf.
Ik wil wel maar durf niet, het voelt (nog) niet veilig om te geloven en hopen. Veiligheid is een belangrijk woord. Als ik veiligheid ervaar doordat ik merk dat er geen oordeel op mijn somberheid is, dan durf ik de eerst kleine mini-stapjes te zetten. Ja zo klein, dat ze ook nog mini zijn. Verwacht dan niet meer, maar beloon me omdat ik ze heb durven zetten!Elke mens heeft die veerkracht in zich om zelfs uit het diepste dal te durven klimmen. Als het veilig voelt. Als de juiste mensen op je pad komen die de juiste vragen kunnen stellen.
Heel fijn dat er zoveel mensen getraind worden om kwetsbare personen die kleine stapjes te laten maken. Dat geeft hoop. En daarvan kunnen we er niet genoeg hebben.
Uw gedragsleverancier,