Wat je zegt ben je zelf.
Uit: Tips en Weetjes over trainingsacteren 20
Kinderspel.
Op ons schoolplein heb ik heel wat afgespeeld. Ik heb daar ook ruzie gemaakt. Ruzie in die tijd was nog redelijk netjes vergeleken bij wat ik nu soms hoor. De scheldwoorden zouden nu als grappig worden bestempeld en waren best beschaafd, denk ik. Maar toen dacht ik dat niet. Zoals veel van mijn klasgenootjes weerden we scheldpartijen af en daar hadden we een rijmpje voor:
Wat je zegt ben je zelf
met je kop door de helft
Met je kop door de muur
...(naam) is zuur.
De rijmelarij moest wel afgemaakt worden. Eigenlijk hoorde dat ook bij het kinderspel. Door het hele rijmpje uit te spreken hoorde je het schelden niet meer en de ander stopte dan blijkbaar, want ik kan me niet herinneren dat het doorging. De ruzies waren meestal van korte duur, geloof ik. Want we waren ook vriendjes en we wilden vooral samen spelen.
Nu in mijn werk als trainingactrice denk ik aan dat eerste zinnetje:
Wat je zegt ben je zelf
Als kind wijs je dan de ander op iets essentieels, al ben je je dat niet bewust. Wat je zegt, zegt namelijk altijd iets over jezelf. Niet alleen wat je zegt of tegen wie, maar ook de manier waarop we dingen doen zegt altijd iets over ons zelf, zelfs als we echt met de ander bezig zijn. Een vraag als "hoe gaat het met je" zegt iets over jouzelf. Het feit dat je de vraag stelt, de manier waarop je dat doet, de aandacht die je hebt voor het antwoord, het zijn allemaal dingen die over jou gaan, niet over de ander. De reactie van de ander komt dus voort uit jou. Het is m.i. goed om regelmatig zo stil te staan bij wat je zegt en waarom juist dat en op die manie. Niet altijd, dat werkt niet. Dat stagneert gesprekken en kan blokkeren om echt te zeggen wat je te zeggen hebt. Niet handig als je snel iets uit wilt wisselen. Bij de kassa in de supermarkt op zaterdagmiddag ook zeker geen handige optie. Maar af en toe stilstaan, noem het Zen, noem het meditatie of wat voor woord je er ook voor wilt gebruiken, levert soms verrassende inzichten op in wie jij bent en hoe jij doet.
AHA..
In de masterclass Stanislavski-techniek vraag ik mijn studenten tot op de letter te analyseren waarom het personage zegt wat hij zegt. Waarom gebruikt hij juist die woorden? Waar is het een nieuwe gedachte? Wat wil hij met deze woorden bereiken bij de ander? Waarom wil hij dat? Door teksten tot op die bodem uit te zoeken leer je (de acteur) het personage steeds beter kennen en begrijpen. Zo wordt wat je personage zegt van jouzelf. Zo kan jij je personage geloofwaardig spelen omdat elk woord voortkomt uit een innerlijke wil om op die manier met de ander te communiceren. Als je je personage onderzoekt ontdek je ook veel over jezelf. Door je af te vragen wat jij zou doen als je in de omstandigheden van het script zat, leer je hoe jij zou reageren. Dat kan verrassende ontdekkingen en inzichten opleveren.
Noem het AHA-erlebnissen, een term die werd geïntroduceerd door de psycholoog Karl Bühler. Een inval of ontdekking over jezelf doordat je je afvraagt waarom jij de dingen doet zoals je ze doet. De term klopt niet helemaal met de context van dit stuk, omdat Bühler niet uitging van zelf onderzoek, maar van ervaringen en situaties die plotseling nieuwe inzichten geven. Bij zo'n situatie is men vaak geneigd "aha!, dus dat zit zo", of "aha!, zo kan het dus ook" te denken.
Waar de vergelijking wel opgaat is dat je je open stelt om te leren over jezelf. Door jezelf te analyseren of door actief een ervaringsinzicht te herkennen, dat maakt niet uit, je doet iets met dat wat je over jezelf ervaart. En door actief naar jezelf te luisteren en daar waar het iets essentieels raakt (en dat kan voor iedereen iets anders zijn) te analyseren wat je nou zegt, leer je over wie je bent. Want wat je zegt ben je zelf.
.